Het lege nest syndroom
Opzoek naar de nieuwe professional
‘Het leek allemaal zo vanzelfsprekend: bij je geboorte wordt je ingeschreven en opgenomen tot de samenleving. Maar dan gebeurt er iets waardoor je buiten de boot blijkt te vallen, en voor je het weet kun je niet meer aanmeren bij de wereld waar je oorspronkelijk vandaan komt. Je wordt overspoeld door een zee van ervaringen die je letterlijk wegvoeren van je Moederland. Waar je ook probeert opnieuw aan te leggen, de tegenstroom richting het vaste land blijkt steevast te sterk. Blijkbaar had niemand oog voor hoe je op het punt stond te bezwijken. Ofwel, was het zo’n naar gezicht dat ze je liever in je eentje kopje onder lieten gaan. Verslagen en uitgeput mag je van geluk spreken dat je nog vaste grond hebt gevonden op een verlaten, onbewoond stukje eiland ergens ver weg in de Stille Oceaan. Doordrenkt van verdriet, gekwetst en verontwaardigt voel je jezelf verbannen tot dit ‘Niemandsland’. Je wordt geslagen door een diepe eenzaamheid, je hoort er niet meer bij en je mag niet meer meedoen.’
Intramurale zorg
Tot voor kort werden mensen die buiten de norm vielen massaal opgenomen in grote instellingen. In de maatschappij was er namelijk geen plek voor mensen met een handicap of psychische kwetsbaarheid. Wanneer een omgeving hiermee werd geconfronteerd leidde dit onherroepelijk tot problemen, waarbij de schuld ten alle tijden bij de zwakste schakel lag. Gelukkig waren hier in Nederland behandelingen voor, althans dat is de illusie waardoor we ons zelf jarenlang hebben laten begoochelen. Mensen werden opgenomen op plekken waar ze zogenaamd weer beter zouden worden, maar deze weg bleek vaak oneindig en voor velen zelfs een doodlopende weg.
Pas als je ziel gezuiverd was, kon je weer een poging wagen tot de maatschappij toe te treden. Dat klinkt vrijmoedig, maar zo simpel bleek het niet te zijn. Met gezuiverd werd niet bedoeld ‘even orde op zaken stellen’, je helpen bevrijden van je ongemakken of het verfrissen en verrijken van een nieuwe ik. Daarentegen werd je van je hele ziel en zaligheid schoongewassen. Ook al voelde je jezelf al zo weinig, hiermee daalde je laatste beetje eigenwaarde echt volledig tot een dieptepunt. Je bent niemand meer, tot op het bot gereinigd van wie je nog was. Anderzijds raakte je tijdens een opname alleen maar meer bevlekt. Onvolmaaktheden, zwaktes en gebreken verslechterden met de dag. Je bent niets meer dan een eigenaardigheid, een ongemak; één ziekte. Letterlijk uitgekleed in heel je aanzien, had het leven en wie je was totaal geen betekenis meer. Alles werd bepaald door de instelling en hoe er door hulpverleners naar je werd gekeken.
Participeren
Naar maanden tot jarenlange opsluiting was het dan eindelijk zover; de buitenwereld mocht weer worden betreden. Vol van verwachting kun je je geluk amper te boven. De grootste drijfveer die je al die tijd op de been wist te houden, was het verlangen om ‘normaal’ te zijn, een persoonlijkheid met iets meer body om jezelf staande te kunnen houden. De grote wens om ‘er bij’ te horen, één te zijn met de échte wereld en haar popu’s: de populatie, de populaire lui en het bijbehorende populisme.
Het werd tijd om de vleugels weer eens uit te slaan. Maar in plaats van uit te vliegen en je bewegingsvrijheid te zegevieren, bleef je bewegingloos aan de grond vastgenageld. Natuurlijk wilde je niets liever dan fladderend door het leven gaan. Maar wat had een opname je hier nou eigenlijk in geleerd? Was je nu wel in staat om je met de samenleving te verenigen?
Hospitalisatie
Gedurende een opname is er van maatschappelijke participatie en integratie weinig sprake. Sterker nog, dit werd mensen met een beperking juist onmogelijk gemaakt. In plaats van cliënten sterker te maken, leverden zij alleen maar nog meer van hun draagkracht in. Een opname laat dan ook diepe sporen na. Gestigmatiseerd veranderden mensen in weerloze, bange vogeltjes. De enige plek waar cliënten zichzelf dan nog thuis voelen is achter de tralies of de dikke muren van de instelling. Dit was immers waar rare vogels thuishoorden. Gelukkig zijn we er inmiddels achter dat deze manier van hulpverlenen weinig perspectief biedt. De kosten rijzen de pan uit en in plaats van kwetsbare mensen in hun kracht te zetten, raken ze alleen maar meer beschadigd en buitengesloten. Op deze manier komen we natuurlijk niet tot een participatiemaatschappij. Vandaar dat er binnen hulpverlenersland hard wordt geroepen: ‘We moeten cliënten empoweren! Op naar eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en eigen regie!’ Maar als het dan zover is dat cliënten eindelijk de moed hebben verzameld om voor zichzelf op te komen en te zeggen wat ze willen schieten hulpverleners terug in hun bevoogdende huiding.
Het lege nestsyndroom
De opkomende cliëntenbeweging wordt met argusogen gevolgd. Kwetsbare groepen die steun vinden bij elkaar, inzet van ervaringsdeskundigheid, zelfhulporganisatie en lotgenotencontacten. Nee, dit is niet de bedoeling. In plaats van de initiatieven te ondersteunen waar mensen echt kracht uit halen, en waardoor zij in een groeiproces komen, worden hun verkregen veren zo gauw als het kan weer afhandig gemaakt. Nu zijn het niet de kwetsbaren, maar juist de hulpverleners die zich angstvallig aan hun cliënten vastklampen. Want tja, waar blijft de hulpverlening als hun zorgelingen hun eigen weg gaan? En wat betekent het voor hulpverleners dat zij niet de macht blijken te hebben om mensen beter te maken? Vrezen zij misschien voor het lege nest syndroom? Net als ouders die hun kroost moeten leren loslaten, is hierin ook een taak voor de hulpverlening weggelegd. Rollen veranderen ten opzichten van elkaar. Van betutteling en paternalisme van cliënten, is het nu de taak van de hulpverlening om cliënten vertrouwen en support te bieden om zichzelf te leren ontdekken. Dat betekent dat cliënten niet langer voor allerlei obstakels beschermend hoeven te worden, maar ook mogen leren van hun eigen fouten. Het leven gaat met vallen en opstaan, wat geldt voor iedereen. Juist deze ervaringen zijn een leerschool en geven inzicht in valkuilen en persoonlijke krachten die iemand vormen en je maken tot wie je bent.
Empoweren
De cliënt als bang en kwetsbaar vogeltje waarover men zich moet ontfermen is verledentijd. Herstelondersteunende zorg vraagt om een nieuw soort professional. ‘Power is not given’. Empowerment komt van binnenuit. ‘The doctor knows best’ is hiermee dan ook achterhaald. Het aanwakkeren van iemands veerkracht ligt in het opzoek gaan naar de verbinding. Leren van elkaar, vanuit gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Iemand de ruimte bieden voor het maken van eigen keuzes, met respect en erkenning voor het ‘er mogen zijn’ als mens, met kwetsbaarheden maar waarbij we zeker niet iemands krachten uit het oog moeten verliezen. Door de krachten tussen cliënt en hulpverlener te bundelen, kunnen zij elkaar versterken. Zo is empowerment een wederzijds proces, wat zowel de hulpverlener als de cliënt ten goede komt en hun kennis en kunde positief weet te beïnvloeden.
Geef een reactie