Realiteit van herstel
Daar stond ik dan met al mijn bagage. Na een maandenlange gesloten opname, mocht ik voor het eerst weer naar buiten. Vrijheid! Ik haal diep adem en realiseer me hoe bijzonder dit eigenlijk is. Pas als je eigen vrijheid geen vanzelfsprekendheid meer is, ontdek je het wezenlijke belang ervan, om invulling te kunnen geven aan je eigen leven. Ik had in elk geval één ding geleerd; vrijheid moet je koesteren en ik was niet van plan om mijn eigen vrijheid ooit nog te laten afnemen! De wereld lag weer aan mijn voeten. Hoopvol, kon ik op 19 jarige leeftijd aan een nieuw hoofdstuk van mijn leven beginnen. Mijn leven, in herstel.
Op mijn 17de maakte ik voor het eerst kennis met de psychiatrie. Ik zat al veel langer in zorg, maar tot aan dat moment kon ik mezelf nog wijsmaken alsof alles ‘normaal’ was. Ik deed er dan ook alles aan om mijn merkwaardige gedrag voor de buitenwereld verborgen te houden. Maar toen ik eenmaal op een psychiatrische afdeling terecht kwam, viel mijn leven als een kaartenhuis in elkaar. Ik moest wel knettergek zijn, wilde ik hier ‘thuishoren’. Was dit de plek die mij het vertrouwen en de veiligheid moest gaan bieden om het leven opnieuw aan te kunnen? Kon ik hier leren om weer goed voor mezelf te gaan zorgen en de zin van mijn leven terugvinden? Laten we het hopen, want veel andere opties zag ik op dat moment ook niet meer. Hoewel ik sceptisch was, gaf ik mezelf het voordeel van de twijfel om het in ieder geval een kans te geven. Maar helaas, ik wist – zo mogelijk – nog verder te ontsporen. In plaats van het terugvinden van mezelf, kwam ik steeds verder van mezelf en de wereld om mij heen af te staan. Ik raakte volledig van mezelf en de mensen om mij heen vervreemd. Dit kon niet mijn leven zijn, maar het was het wel! Ik was werkelijk álles kwijtgeraakt. Geen hobby’s, geen studie, geen werk, geen contact met vrienden en familie, geen eigen spullen, maar boven alles géén identiteit, géén eigen regie en géén perspectief op verbetering. Mijn leven was uitzichtloos. De muur tussen mij en de buitenwereld leek meters hoog en dik, onoverkomelijk en ondoordringbaar. Maar wat als het me zou lukken? Zou ik dan ‘gelukkig’ zijn?
Ik had in ieder geval een nieuw perspectief in het leven ontdekt. Als je denkt dat het slecht met je gaat, blijkt het altijd nóg véél slechter te kunnen. Dat was misschien wel mijn meest stimulerende gedachten om het toch maar eens over een andere boeg te gaan gooien. Ik maakte al lange tijd geen onderdeel meer uit van het échte leven, en wist eerlijk gezegd ook niet zo goed meer hoe ik mij voor mijn opname voelde. Misschien had ik te hoge verwachtingen van mezelf gehad, was mijn leven eigenlijk zo slecht nog niet en moest ik dit maar accepteren. Dit is wat ik op zijn minst kon proberen. Wat had ik immers nog te verliezen?
Ik heb lang gedacht dat alles goed zou zijn, als ik mijn leven weer op de rit zou hebben. Mensen om mij heen, een zinvolle baan, het volgen van een studie, een fijne woonplek, leuke hobby’s enz. Dit is waar herstel begint, werd mij verteld. Maar hoe langer ik met mijn persoonlijke herstel in de weer ben, hoe meer ik mezelf realiseer dat dit slechts randvoorwaarden zijn. Begrijp me niet verkeerd, voor mij is het hervinden van nieuwe sociale en maatschappelijke rollen van levensbelang geweest om vast te kunnen houden aan het leven. Maar het heeft in mijn verwachtingen van herstel wel voor een flinke opschudding gezorgd, een gevoel van ontreddering misschien zelfs wel. Steeds meer kon ik erachter, dat het hebben van een ogenschijnlijk prima leventje waarin het mij aan niets ontbreekt, nog geen garanties biedt voor herstel. De stap van binnen naar buiten – vanuit mijn opname, naar de buitenwereld; het échte leven in – is weliswaar een belangrijke conditie om aan persoonlijk herstel te kunnen bouwen, maar uiteindelijk begint herstel van buiten naar binnen. Hoe langer mijn herstelreis voortduurt, hoe meer ervaringen en inzichten ik opdoe in wat écht belangrijk is in het leven. Dan blijkt het – hoe cliché – toch te zitten in de kleine dingen, die je pas ontdekt als je jezelf écht naar binnen toe richt. Hoe meer ik over mijn herstel te weten kom, hoe creatiever ik op zoek moet naar nieuwe mogelijkheden om mezelf te ontwikkelen en dingen in mijn leven te veranderen. Dan word ik vaak ook weer geconfronteerd met mijn eeuwige levensstrijd, in het omgaan met mijn psychische kwetsbaarheid. Een leven tussen hoop en wanhoop. Dit houdt me scherp, zullen we maar zeggen
Herstel is een reis die nooit ten einde komt, of ik er nu tegen blijf vechten of besluit om dit proces te omarmen. Het romantische vooruitzicht wat ik had, lijkt inmiddels meer op een diep zwart gat. Toch blijf ik maar graven in de hoop ergens een nieuw lichtpuntje tegen te komen. Ik ben nog niet van plan om op te geven, want hoewel het leven niet altijd mee zit, mag ik zeker niet vergeten dat mijn herstel tot nu toe ook hele mooie dingen met zich heeft mee gebracht. Hier probeer ik mezelf dan ook maar aan vast te blijven houden.
Wordt vervolgd…
Geef een reactie